![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
|
Hemimorfiet
Hemimorfiet wordt bovenin aders van zink- en loodertsen aangetroffen, gewoonlijk in combinatie met smithsoniet (waarmee het vaak werd verward). Beide mineralen kregen de naam 'kalamijn'. In de tweede helft van de 18e eeuw ontdekte men dat het om twee verschillende mineralen ging: een carbonaat en een silicaat van zink. Het silicaat was zeldzamer dan het carbonaat en werd hemimorfiet genoemd vanwege de hemimorfie ontwikkeling van de kristallen. Dit houdt in dat de kristallen eindigen in zijden die van elkaar verschillen. Deze ongebruikelijke vorm komt slechts bij enkele mineralen voor. Hemimorfiet vormt meestal kristallijne korsten en deklagen, maar soms ook wel massieve korrelige, kogel- en niervormige aggregaten en concentrisch gelaagde, fijn stengelvormige, vezelige of stalactitische bosjes kristallen. Hemimorfiet treedt meestal op als product van de oxidatie van de bovenste gedeelten van afaleriet. Minder vaak ontstaat het door metasomatisme, waarbij kalksteen, dat gemakkelijk oplost, geleidelijk wordt vervangen door stoffen die minder goed oplosbaar zijn. In afzettingen van dit type gaat hemimorfiet meestal een verbinding aan met sfaleriet en galeniet. Langs de grens tussen België en Duitsland liggen bekende vindplaatsen van hemimorfiet van metasomatische oorsprong, met name Vieille Montagne in België en Aken in Duitsland. Andere afzettingen zijn er bij Tanowice in Opper-Silizië (Polen), bij Phoenixville (Pennsylvania) en op een aantal plaatsen in Noord-Afrika. Ook in Nerchinsk in Siberië, Rabelj in Slovenië en Bleiberg in Karinthië (oostenrijk) wordt hemimorfiet gevonden. Hemimorfiet is een belangrijke zinkerts omdat het tot 54,2% metaal bevat. Bron: Enceclopedie van Mineralen en Gesteenten door Jiří Kouřimský uit 1997 |
||||||||||||||||||||||