Eigen collectie


post@gerbenarts.nl


Sideriet

Naam Sideriet
Kleur Lichtgeel
Klasse Carbonaten
Hardheid 3,5 - 4,5
Vindplaats Portugal, Castello Branco District, Covilha, Panasqueira, Panasqueria mijn
Aankoopplaats Duitsland, Mönchen-Gladbach-Wickerath, Adolf Kempken Halle
Aankoopdatum 29-11-2009
Verkoper Kurt Klaus


Sideriet is een wijdverbreid mineraal en een belangrijke industriële bron voor ijzer. Sideriet kan lichtgeel, grijs, bruin, groenig, roodachtig of zwart van kleur zijn. Het werd voor het eerst beschreven en gedetermineerd als aparte mineraalsoort in 1813. De naam komt van ‘sideros’, het Griekse woord voor ijzer. De alternatieve naam chalybiet (van het Griekse woord ‘Chalyps’, dat staal betekent) wordt zelden gebruikt. Dit is wel jammer, want de naam ‘sideriet’ wordt nog voor drie andere mineralen gebruikt. Hoornblende en lazuliet noemt men ook wel sideriet en daarnaast wordt de term nog gebruikt voor ijzermeteorieten. Het mineraal sideriet waar het hier om gaat, ontstaat alleen maar onder het aardoppervlak en heeft geen buitenaardse bronnen. Sideriet is een onderdeel van de vaste-stofoplossingsreeks met magnesiet en rhodochrosiet. Alle drie de mineralen zijn carbonaten. Sideriet is een ijzercarbonaat. Zuiver sideriet bevat tot 48% ijzer. Magnesiet is een magnesiumcarbonaat en rhodochrosiet een mangaancarbonaat. In ieder van deze carbonaten kan het oorspronkelijke metaal gedeeltelijk vervangen zijn door een of beide andere metalen. Deze vervanging gaat geleidelijk en daarom kunnen bepaalde exemplaren moeilijk te determineren zijn zonder gedetailleerde chemische analyse.

Wat de chemische samenstelling betreft, is sideriet een ideale bron voor ijzer. In de praktijk komt het echter zelden voor in hoeveelheden die groot genoeg zijn om het mineraal industrieel te winnen als ijzer. Aan de buitenkant kan sideriet sterk op calciet (calciumcarbonaat) lijken. Maar de twee mineralen kunnen van elkaar worden onderscheiden door de zuurtest. In koud zoutzuur lost calciet op met een bruisend gesis. Sideriet lost maar heel langzaam op in koud zoutzuur en de oplossing zal alleen bruisen wanneer ze wordt verhit. Waarschuwing: je kunt niet voorzichtig genoeg zijn met zuren. Gebruik ze alleen onder toezicht van een deskundige en tref altijd passende veiligheidsmaatregelen. Sideriet heeft ook een hogere dichtheid (ongeveer vier keer zo groot als een zelfde volume aan water bij kamertemperatuur) dan calciet (dichtheid 2,7) en dolomiet (dichtheid 2,8-,29). Tot slot kun je sideriet herkennen doordat het magnetisch wordt wanneer je het verwarmt.

Sideriet komt in massieve formaties voor in gesteenten die zijn neergeslagen uit een oplossing (afzettingsgesteenten). Het wordt meestal als ijzeroer (een soort ijzererts, dat in moerassige bodems op geringe diepte voorkomt) aangetroffen in kleien en schalies. Het is soms ook een minder belangrijk bestanddeel van ijzeraders die zijn gevormd door de werking van heet water (hydrothermalen). Dit soort afzettingen worden gangmineralen genoemd. Elders kan sideriet ontstaan in basalten en pegmatieten die oorspronkelijk werden gevormd door vulkanische activiteit diep onder de aardkorst (stollingsgesteenten). Sideriet wordt over de hele wereld gevonden, maar zelden in grote hoeveelheden. Er zijn dus heel veel kleine afzettingen, maar zijn weinig afzettingen die voor de industrie interessant zijn. Belangrijke afzettingen worden gevonden in: Broken Hill in New South Wales (Australië), Morro Velho-goudmijn bij Ouro Preto in Minas Gerais (Brazilië), Mont Saint-Hilaire in Quebec (Canada), Müsen bij Siegen (Duitsland), bodmin, Camborne en St. Austell in Cornwall en Tavistock in Devon (Engeland), Ivigtut (Groenland), Bergamo, Bescia, Carrara, Sassari en Turijn (Italië), Eisenerz en Hüttenberg (Oostenrijk), Panasqueira (Portugal), Pribram (Tsjechië) en Val Taevetsch in Grisons (Zwitserland).